Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als [48]hij voleind had het brandoffer te doen, dat Jehu zeide tot de [49]trawanten en tot de hoofdmannen: Komt in, slaat hen, dat niemand uitkome. En zij sloegen hen met de scherpte des zwaard; en de trawanten en hoofdmannen [50]wierpen hen weg; daarna kwamen zij tot de stad in het [51]huis van Baal; 48. Te weten, de overste priester der Baalieten. Of toen men voleind had, enz. 49. Dat is, tot die tachtig mannen, van welke in vs.24 gesproken is. 50. Versta, de dode lichamen der omgebrachten, die buiten de stad weggeworpen werden. 51. Dit kan men verstaan van dezelfde stad, of van elke stad waar een huis van Baal was. Alzo in vs.26. Zie vs.28.